3. De revalidatie

De eerste dagen werden er veel onderzoeken gedaan, ook in verschillende andere ziekenhuizen. Voor mij een onbekende wereld. Er werd over mij heen gesproken, ik hoorde er niet bij. In het ziekenhuis was de verpleging onderbemand. Mijn vrouw moest mij eten komen geven.

Jef samen met zijn echtgenote Florke Mijn vrouw Florke en ik.


De meeste verzorging kreeg ik van stagiairs, ook elke dag bloedprikken, een echte marteling.  De kinesist kwam mobilisatieoefeningen doen, hij zei me van nooit op te geven, hoe moeilijk het ook zou worden. Er kwam ook een logopedist, een ramp. Ik moest korte woordjes lezen en zeggen maar ik kon niet lezen en niets zeggen … was dat logopedie?


Na 14 dagen ziekenhuis kreeg ik de kans opgenomen te worden in een revalidatiecentrum. Een echte meevaller.  Alles stond in het teken van verbetering.  Op uw eigen tempo werd alles aangereikt, elke verbetering werd gezien en beloond.  Er werd met u rekening gehouden. De dagindeling, de oefeningen en de mogelijkheden werden besproken door een team. Zo was er kine, ergo en ...


Logopedie lag mij niet na mijn ervaring in het ziekenhuis.  De eerste sessie werd ik ontvangen door mijn logopediste, ze stelde haar voor, traag en in verstaanbare taal. Ze legde al meteen uit wat er met mij gebeurt was, wat voor gevolgen dat had in mijn hoofd.  Eindelijk hoorde ik voor de eerste maal wat er echt gebeurd was met mij. Ze legde ook uit dat ze eerst grondig zou testen en wat de mogelijkheden waren naar herstel. Voor mij was die professionaliteit een eerste stap om mijn vertrouwen terug te winnen. Ze beloofde geen wonderen, en datgene dat ik dan al zou bereiken moest ik hard voor werken.

Ik had nog geen enkel woord gesproken sinds mijn CVA, ik kreeg geen klank over lippen.  Zij legde uit hoe klanken en letters moesten gevormd worden in mijn mond, de tong was heel belangrijk dus moesten er tongoefeningen gedaan worden (niet gemakkelijk met een tong die aan de rechter zijde verlamd was). Maar ik geloofde erin, zij ook, want ik weet nog goed dat mijn eerste klank die ik moest proberen te zeggen (de lange a) een week geduurd heeft, zij moest verscheidene malen in mijn mond mijn tong positioneren.  Een marteling voor mij en voor haar. De aanhouder wint. De logopedie heeft twee jaar geduurd.  De eerste maal dat ik “dank u” kon zeggen of “morgen” (goeie kon er nog niet bij) kon ik wel wenen van geluk.

Ik ga iets zeggen over de verhouding afaticus - logopedist. Daar wordt zelden over gesproken maar gelijk welke afaticus zal met mij beamen dat er een echte band aanwezig met de logopedist(e). zo hevig dat het op het einde geweldig pijn doet dat er geen logopedie meer is. De logopediste heeft een vertrouwenspositie.  Het spreekt vanzelf dat de meeste afatici erg dankbaar zijn jegens de logopedist(e), maar dat neemt niet weg dat er zo’n zware hersenletsels zijn dat logopedie niet helpt, spijtig genoeg.